Je zou denken dat iedereen van zijn problemen af wil komen. Waarom zou je vast houden aan iets waar je alleen maar last van hebt? Toch blijkt in de praktijk dat cliënten wel degelijk goede, vaak onbewuste, redenen kunnen hebben om hun probleem in stand te houden.
Het kan gaan om een patroon dat je in het dagelijks leven keer op keer herhaalt of om een specifieke emotionele lading waar je niet vanaf wilt. Een lading is dan niet zomaar te neutraliseren in het gevoelscentrum in de buik. Hij blijft vast zitten in het lichaam. Om de lading toch te kunnen neutraliseren, moet eerst het onbewuste voordeel van het probleem bewust gemaakt worden. Daarna moet de cliënt het zichzelf gunnen om de lading los te laten. Gunnen is liefde, het gaat hier om liefde voor jezelf. Zonder dat blijft de lading zitten waar hij zit.
Patronen spelen zich zowel af in je privéleven als op je werk. Het lukt je maar niet om eraan te ontkomen. Voorbeelden van patronen zijn: perfectionisme, verslaving, geen werk kunnen vinden of houden of steeds in destructieve relaties terecht komen.
Ik nodig je uit om je in te leven in het voorbeeld hieronder van iemand die zichzelf steeds wegcijfert. Het probleem is de manier geworden waarop je er mag zijn Stel je voor dat je iemand bent met veel verantwoordelijkheidsgevoel. Je neemt niet alleen de verantwoording voor jezelf en je eigen taken, maar ook voor die van anderen. Het geeft je een goed gevoel om te zorgen voor anderen. Natuurlijk zijn dit hele mooie kwaliteiten maar toch merk je dat je stelselmatig over je eigen grenzen gaat. Je kunt het niet meer volhouden. Je energie is op. Je hebt een burn-out.
Je ouders zijn gescheiden toen je vier jaar was. Je hebt drie jongere broertjes en toen je vijf jaar oud was, had je al geleerd om voor ze te zorgen zodat je moeder andere dingen kon doen. ’s Avonds had je moeder behoefte aan een luisterend oor. Je was haar steun en toeverlaat. Dat maakte dat je je belangrijk voelde. Het zorgen voor de ander is de manier geworden waarop je er mag zijn. Het werd steeds moeilijker om iets voor jezelf te doen. Je moeder ging steeds meer op je rekenen en wees je af als je tijd wilde nemen voor jezelf: “Hoe kom je op het idee om bij Josje te willen spelen. Je weet toch dat ik het huis moet schoonmaken en boodschappen moet doen en dat jij dus op je broertjes moet letten.” Het loslaten van het patroon kan voelen alsof je er niet meer mag zijn, alsof je niet oké bent als je niet aan de verwachtingen voldoet. Je weet zeker dat je weer wordt afgewezen, net zoals vroeger, niet alleen door je moeder maar uiteindelijk door alle mensen van wie je houdt.
Loyaliteit Bovenstaand voorbeeld geeft niet alleen een probleem aan. Het toont ook de diepe gevoelens van liefde die ermee verbonden zijn. Een kind draagt de pijn en de problemen van zijn ouders uit liefde. Deze liefde kan verknoopt zijn geraakt met gevoelens van boosheid en verdriet omdat jij jezelf altijd wegcijferde. Je moest wel, want als je voor jezelf zou kiezen, heb je het gevoel dat je je moeder of je broertjes in de steek laat. Je hebt ook niet het vertrouwen dat je moeder het zelf zou kunnen oplossen. Vanuit gevoelens van liefde en loyaliteit blijf je jezelf wegcijferen en daarmee vasthouden aan je patroon.
Schuldgevoelens
Ook gevoelens van angst en bijvoorbeeld schuld kunnen een grote rol spelen: “Misschien valt mijn broertje net van de trap als ik even buiten speel en misschien gaat hij dan wel dood en dan is het mijn schuld.” De gedachte alleen al maakt dat je je schuldig voelt. Misschien is er zelfs wel een keer echt iets ergs gebeurd toen jij er even niet was. Dat kan een oorzaak zijn van een continu aanwezig schuldgevoel, maar ook van schaamte, spijt en heel veel andere gevoelens. Je weet wel dat deze je belemmeren in je dagelijks leven omdat je hard en afwijzend naar jezelf bent geworden maar je kunt ze niet loslaten. Het lijkt ondenkbaar om je niet meer schuldig te voelen omdat het dan net zou lijken alsof die persoon niet meer belangrijk voor je is. Alsof het je niet meer interesseert wat er gebeurd is. En dat mag je niet van jezelf. Je houdt vast aan zelfafwijzing uit liefde en respect voor de ander.
Gevangenis en comfortzone
Zo worden je patronen een gevangenis voor je. Je komt er niet meer uit, je ziet geen oplossing meer. Je patronen zitten vast in emotionele ladingen die er als een soort cipiers voor zorgen dat je binnenblijft. Ladingen houden je patronen in stand omdat je denkvermogen in je hersenen wordt uitgeschakeld op het moment dat een lading getriggerd wordt. Je komt dan automatisch in een vecht-, vlucht- of bevriesreactie en kunt niet meer kiezen voor een andere benadering.
Door het neutraliseren van de ladingen in het gevoelscentrum in de buik kun je wel weer kiezen voor ander gedrag. Je kunt echter ook nog steeds kiezen voor je oude gedrag. Ook al staan de deuren van je gevangenis nu wijd open, de wereld daarbuiten is onbekend gebied en lijkt daarmee onveilig. Je gevangenis is je comfortzone geworden. Hoe langer je erin zit, hoe veiliger het wordt.
Herken je jezelf in dit verhaal? Of is het bij jou anders? Welke problemen vind jij het moeilijkst om los te laten en wat zou er gebeuren als je dat toch zou doen? Emotieve Therapie kan je hierbij helpen. Neem contact met me op voor meer informatie.