top of page

Over nieuwe liefdes, scheefgegroeide ego's en beroepsdeformaties



Na zo’n kleine tien jaar heb ik mij weer op het liefdespad begeven. Dat was geen sinecure.

De eerste stap was dat ik denken, voelen en doen op één lijn moest zien te krijgen (zie mijn vorige blog). Ik kon dan wel denken dat ik een relatie wilde, maar als ik daar bijvoorbeeld nog een onderliggende weerstand in zou voelen, dan zou ik tegenstrijdige boodschappen uitzenden en dan werkt het niet.

De tweede stap was mijn inschrijving op een datingsite.

De derde stap was dat ik zo’n datingsite positief moest gaan bezien. Ik had een paar eerdere ervaringen met onbeschofte kerels, dus die hobbel moest ik nog even nemen.

Toen ik dat allemaal voor elkaar had, schreef ik op 1 januari een berichtje aan een man waarvan het profiel me aansprak en ja, die reageerde positief. Heel positief!

En toen kwam mijn ego: “Hoe is het mogelijk?! Is die vent wel te vertrouwen, neemt-ie je niet in de maling? Kijk uit dat je niet te naïef bent. Let maar op: er moet ergens afwijzings-problematiek zitten, dat kan niet anders en dan kun je zijn ladingen gaan compenseren. Heb jij daar zin in?”

En ja, natuurlijk heeft hij zijn ladingen. En daar ging mijn ego weer: “Zie je wel, ik zei toch dat het niet kon, dit kan nooit iets worden, je kunt er beter nu een eind aan maken, als je het langer laat duren doe je hem alleen maar meer pijn.”

Ik wist niet meer of ik hem leuk of niet leuk vond. Vanuit mijn ego was ik negatief, soms zelfs in een dip. Waar ik blij had kunnen zijn en had kunnen genieten, ervoer ik heel veel stress.

Toch was er soms ook dat gevoel dat ik me wel heel erg met hem verbonden voelde, dat hij me zag en ik hem en dat hij ook kwetsbaar was, net als ik en hoe mooi dat was. “Dat kon toch niet?!”

Onbewust ging ik hem testen. Probeerde hem weg te jagen door zijn huis af te kraken, door de therapeut uit te hangen, door hem af te wijzen… ik probeerde van alles, maar hij bleef. Hij wees me niet af.

Dit was precies wat ik wilde en toch kreeg ik het voor elkaar om het negatief te maken en ik ging hem veroordelen. Hij was een pleaser, hij had bevestiging nodig, gedroeg zich als een kind, creëerde afstand etc. Allemaal projectie natuurlijk. Hij kon natuurlijk ook bij me blijven vanuit zijn negatieve koppeling van liefde aan afwijzing. In dat geval zou mijn afwijzende houding liefde voor hem betekenen. Pffff… Wat hij ook deed, het was nooit goed.

Het werd in ieder geval tijd om naar mezelf te kijken…

Naast een lading die was getriggerd en die ik heb geneutraliseerd, zat ik in de afweer vanuit mijn ego. Mijn ego hield nog rekening met de afwijzing en ging van daaruit afwijzen. Dat was veiliger dan dat hij mij zou afwijzen.

Ik kreeg in die periode een interessante droom:

Ik ben leerling op een internaat. Ik heb een ei in mijn handen en als ik het openbreek, komt er een hoofd uit. Het lijkt op een baby. Het hoofd is misvormd en ik denk dat het niet levensvatbaar is. Maar dan gaat er een oog open. Het kijkt me aan.

Ik heb de droom als volgt uitgelegd: Ik ben aan het leren op het gebied van mijn interne gevoelens (internaat). Er is iets nieuws in mijn leven (het ei, de baby). Dat nieuwe is de prille relatie en die roept reacties op vanuit mijn ego (het hoofd). Het hoofd is misvormd (scheefgroei van zowel mijn als zijn ego ten gevolge van de ladingen). Het ego twijfelt altijd, dus ook of deze relatie mogelijk is. Het lijkt van niet, totdat er een oog opengaat. Er is leven, er is bewustzijn, we zien elkaar.

Deze relatie is dus levensvatbaar, ook al dacht ik in eerste instantie dat dat niet zo was.

Hoe zit het met die scheefgroei van het ego? Veel ladingen ontstaan in de jeugd, in liefde in verbinding met anderen, meer specifiek met ouders of verzorgers. Sommige ladingen ontstaan zelfs zo vroeg dat het ego nog niet is gevormd. Op het moment dat het ego zich gaat ontwikkelen, is er dus al sprake van traumatiek. Het ego wordt gevormd door deze ladingen. Hierdoor ontstaat scheefgroei van het ego.

Bij mij zijn de ladingen geneutraliseerd en ook mijn ego is al een heel stuk recht gegroeid. Maar omdat ik zo lang geen relatie heb gehad, heeft dit deel van mijn ego zich nog niet kunnen herstellen. Mijn ego heeft nieuwe ervaringen nodig om recht te kunnen groeien. Die krijg ik nu, dankzij mijn lief. Door me te focussen op mijn lichaam kalmeert mijn ego. Het denken stopt en er is alleen nog maar voelen.

Bij hem is er natuurlijk nog wel sprake van ladingen en ook nog van scheefgroei van het ego. Als therapeut zie ik dat allemaal voorbij komen. Dat heet een beroepsdeformatie. Het is een woord dat ik leuk vind om te gebruiken maar eigenlijk is het fout. Het houdt namelijk in dat er een misvorming is ontstaan ten gevolge van mijn beroep, terwijl ik het zie als een vorm van bewustzijn. Ik zie veel en ik voel veel en kan dat niet uitzetten. Doordat mijn ego nu rustig is, kan ik bij hem laten wat van hem is en hem zien voorbij de ladingen op afwijzing. Daardoor kan ik deze relatie een kans geven om te groeien en ben ik zelf weer een stukje gegroeid in mijn eigen proces.


13 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page